Slotrede Theo van Houwelingen: "Een raadslid kan veel leren van een haar."
Tijdens de raadsvergadering van dinsdag 14 maart werd afscheid genomen van een aantal raadsleden, waaronder ons raadslid Theo van Houwelingen, die twaalf voor de ChristenUnie in de raad zat. Hier leest u de slotrede die hij bij zijn afscheid uitsprak.
Uitgesproken tijdens de raadsvergadering van dinsdag 14 maart 2006 waarin afscheid werd genomen van de gemeenteraadsleden die niet meer terugkeren in de raad.
Meneer de voorzitter, dames en heren, geachte aanwezigen, familie,
Dank U wel voorzitter dat u mij in de gelegenheid stelt een enkel woord tot de U te richten. U bent van mij wel gewend dat ik dat op een wat eigen wijze doe. Mij betoog is opgebouwd rondom het thema: "een haar"!
Toen ik twaalf jaar geleden aantrad als raadslid had ik nog een aardig kopje haar. U ziet het, er is al veel verdwenen. Komt dat omdat ik de haren wel uit mijn hoofd kon trekken vanwege deze job? Nee, hoor, af en toe zat ik wel met mijn handen in mijn haar, maar geen haar op mijn hoofd die denkt aan omzien in verlegenheid of enige vorm van spijt. Soms stond heus wel alles op haren en snaren, maar ik kan haarfijn uitleggen waarom ik gehandeld heb zoals ik heb gehandeld. Er zijn mensen die menen dat ze een haar in de boter moeten zoeken, dat ze er iemand aan de haren er bij moeten slepen, of dat men iemand in de haren moet vliegen, maar daar rijzen je haren toch van ten berge? Het scheelt soms maar een haar of je gaat zelf ook zo doen in de politiek. Ik heb er wel grijze haren van gekregen, maar geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om ook zo te gaan handelen. U zult misschien denken: "waarom begint die van Houwelingen met zo'n slotrede"? Ik zal het u uitleggen. Een raadslid kan veel leren van een haar.
Als eerste: een haar is teer maar tevens oersterk. Een raadslid moet menselijk blijven tevens sterk in zijn schoenen staan om goed te kunnen functioneren. Dus een sterk karakter hebben
Als tweede: Een haar moet worden gevoed, anders gaat hij dood. Als een raadslid denkt het zelf wel te kunnen, zonder ruggespraak, zonder kennis op te doen, zonder te staan in de maatschappij, dan is zijn betoog levenloos.
Als derde: Een gezonde haar heeft glans. Een raadslid moet met enthousiasme zijn of haar werk doen. Je moet het met plezier doen om het vol te kunnen houden, en iets positiefs kunnen uitstralen .
Als vierde: Haren vormen met elkaar een kapsel. Zo vormt ook de raad een samengestelde van individuen die gezamenlijk een missie hebben: De burger ten dienste staan
Als vijfde: Haren geven warmte. Een raadslid zonder warmte of betrokkenheid is als een kaal hoofd in de winter.
Als zesde: een gezonde haar blijft groeien. U als raadslid moet alert blijven, moet steeds bereidt zijn bij te willen leren
Als zevende: haren hebben verschillende kleuren. Als raadsleden moeten we er voor openstaan dat ook een andere kleur dan de onze mooi en functioneel kan zijn.
Meneer devoorzitter, zeven is een mooi getal. Bij dat aantal hoedanigheden houden we het maar even. Als de nieuwe raad het bij deze volheid houdt, dan gaat zij een mooie toekomst in. Dat wensen wij U in ieder geval allen toe.
Al de haren op mijn hoofd zijn geteld, zoals een bijbels gezegde dat uitdrukt, en dat geeft mij dan nog weer extra rust.
Daarnaast bedank ik mijn collega's voor de vaak best goede intermenselijke verstandhoudingen. Zoals dat heet, van links tot rechts. Ik ben niet zo'n persoon van het duel, maar meer van het compromis. Laten we het politiek gezien best wel eens oneens zijn geweest, als personen wisten we naar mijn gevoel elkaar altijd wel weer te vinden. Daarvoor mijn dank naar jullie toe.
Mijn fractiegenoten zal ik niet direct in de steek laten. Ik hoop deel te blijven uitmaken van de steunfractie. Dus jullie zijn nog niet van mij af. In ieder geval zeker naar jullie toe bedankt voor de prettige, goede, vriendschappelijke en aimabele samenwerking. We hebben elkaar meer gezien als leden van één gezin, ieder met zijn of haar hoedanigheden, dan als mensen die zo nodig moesten. Zo politiek te kunnen bedrijven is op zich al een genoegen.
En als laatste, maar zekere niet als minste, een woord van dank aan mijn vrouw en kinderen. Onze jongste dochter kent haar vader eigenlijk niet anders dan dat hij raadslid was. Dus nogal eens weg. Of bijna niet aanspreekbaar omdat hij raad of commissiestukken zat te lezen. Of de computer in gebruik had. De anderen van ons vijftal hebben het eveneens als een gegeven aanvaard, maar niet altijd even leuk gevonden. Ging Pa eens een keer mee winkelen, werd hij weer aangesproken door die of gene. Stond zoonlief of één van de dochters er weer verloren bij. Leuk hoor, pa zit in de raad!
En wat betreft mijn vrouw. Jannie, zonder jou had ik het niet volgehouden. Was ik al lang gefrustreerd opgestapt. Politiek vraagt namelijk nogal wat van je. Doe je het voor de één goed, heb je de ander weer op de stoep. Thuis heb ik verschillende malen tegen mijn vrouw en kinderen gezegd: "onthoudt één ding, zodra je je hoofd boven het maaiveld uitsteekt, dan wordt er tegen geschopt." Ja, en dat is niet altijd leuk. Nou, zij was dan mijn klankbord, en je mag best weten, ook wel eens de schouder waarop ik even steun zocht. Ik kan haar niet genoeg waarderen.
Denk nu niet dat hier één of andere gefrustreerde persoon staat. Ik heb het twaalf jaar vaak met best veel plezier mogen doen. Ik vind het aan de ene kant eigenlijk best wel een beetje moeilijk om er mee op te houden, aan de andere kant, je moet ook een keer van ophouden weten. Voor mij is dan 12 jaar genoeg. Er zijn ook nog andere dingen in het leven.
Ik sluit af met te zeggen: "vrienden, het ga jullie goed"!
Dank U.
Theo van Houwelingen