Vorige week heeft de gemeenteraad fiat gegeven voor het uitwerken van de variant waarbij de stijging van het aantal leerlingen op de Willem de Zwijger en de Calvijn wordt opgevangen in bestaande schoolgebouwen (lees De Driemaster en de Zevenster). Dit besluit werd nagenoeg unaniem genomen, enkel het CDA was tegen.

Het bovenstaande is snel opgeschreven, maar om enkel tot het voorstel te komen is al een hele prestatie. Het betekent namelijk dat vier schoolbesturen (namelijk die van de Zevenster, de Driemaster, het Willem de Zwijger College en van de Calvijn) de intentie hebben uitgesproken om deze richting te willen laten onderzoeken. Ik besef dat het ‘puntje nog niet bij het paaltje’ is gekomen, maar ik prijs me gelukkig met het feit dat de schoolbesturen over deze richting willen nadenken. Het is goed om te constateren dat de schoolbesturen de verantwoording voelen om hiermee in te stemmen.

Het is namelijk nogal wat om deze oplossingrichting te gaan verkennen. Het is natuurlijk verre van ideaal om meerdere scholen in één gebouw te huisvesten, wat daarvoor niet is ontworpen. In het land zijn er wel goede voorbeelden te vinden, maar vaak is er dan sprake van een ontwerp waarbij het nadrukkelijk de bedoeling was.

Het is daarnaast nogal hard om te constateren dat goedkoop ook in dit geval duurkoop is gebleken (al was de scholenstrook verre van goedkoop). Ik vraag me namelijk sterk af of deze leerlingen stijging ten tijde van de bouw van de relatief nieuwe scholenstrook niet te voorzien was. Hoeveel beter was het geweest vooraf te anticiperen op deze ontwikkeling, maar dat is praten achteraf en dat helpt je niet verder.

In het hele proces zullen wij scherp zijn op het behoud van de identiteit van de verschillende betrokken scholen. Het zal namelijk een hele toer worden om binnen het beschikbare budget (wat gevonden moet worden in het budget dat beschikbaar is in het Integraal Huisvestingsplan) volledig aan ieders verwachtingen te kunnen voldoen.

Cor van Vliet,

2 oktober 2012